Flamingo’s zijn prachtige vogels met hun opvallende roze kleur. Maar wist je dat deze kleur niet van nature in hun veren zit? In plaats daarvan komt het door een speciale stof die ook in wortelen te vinden is.
In het Nederlands
Die stof is bekend als carotenoïden. Carotenoïden zijn pigmenten die voorkomen in planten en die verantwoordelijk zijn voor de kleuren rood, oranje en geel. Flamingo’s krijgen deze stof binnen door het eten van kleine schaaldieren en algen die rijk zijn aan carotenoïden. De vogels kunnen deze stof niet zelf produceren, dus het is essentieel voor hun dieet.
Wanneer flamingo’s carotenoïden consumeren, worden deze opgeslagen in hun vetweefsel en uiteindelijk in de veren terecht. Door de chemische structuur van de carotenoïden worden de veren van de flamingo’s roze gekleurd. Hoe intens de kleur is, hangt af van de hoeveelheid carotenoïden die de flamingo heeft geconsumeerd.
Dus de volgende keer dat je een groep flamingo’s ziet staan in een meer of moerasgebied, weet je nu dat hun prachtige roze kleur te danken is aan de carotenoïden die ze binnenkrijgen via hun voeding.