Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een persoon, dier, ding, plaats, gebeurtenis, idee of gevoel aanduidt.
Voorbeelden:
- Personen: man, vrouw, kind, opa, oma, dokter, leraar
- Dieren: hond, kat, paard, koe, varken, vogel, vis
- Dingen: huis, auto, fiets, pen, boek, tafel, stoel
- Plaatsen: Amsterdam, Nederland, Europa, Afrika, wereld
- Gebeurtenissen: verjaardag, vakantie, feest, bruiloft, begrafenis
- Ideeën: liefde, vrijheid, geluk, vrede, rechtvaardigheid
- Gevoelens: verdriet, boosheid, angst, blijdschap, liefde
Zelfstandige naamwoorden kun je herkennen door:
- Lidwoorden: Ze worden vaak voorafgegaan door een lidwoord (de, het, een), maar niet altijd. Bijvoorbeeld: de man, het huis, een boek.
- Vragen: Je kunt er vragen mee stellen zoals Wie? of Wat?. Bijvoorbeeld: Wie is dat? Wat zie je?
- Verbuiging: Ze kunnen in het enkelvoud en meervoud staan. Bijvoorbeeld: boom (enkelvoud), bomen (meervoud).
Tip:
- Als je twijfelt of een woord een zelfstandig naamwoord is, kun je het opzoeken in een woordenboek.
Extra informatie:
- Er zijn verschillende soorten zelfstandige naamwoorden, zoals stofnamen, verzamelnamen, abstracte namen en eigennamen.
- Zelfstandige naamwoorden kunnen ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden. Bijvoorbeeld: een houten tafel, de rode auto.