Om te bepalen wat er op Sjoerds tafel ligt, heb ik meer informatie nodig.
Vraag 1: Is er een specifieke context of situatie waar je aan denkt? Bijvoorbeeld, is Sjoerd thuis, op kantoor, of ergens anders?
Vraag 2: Weet je of Sjoerd recent iets op tafel heeft gelegd? Zo ja, wat zou dat kunnen zijn?
Vraag 3: Kun je me meer details geven over de tafel? Is het een bureau, een eettafel, of een andere soort tafel?
Vraag 4: Is er iets anders in de omgeving van de tafel dat ons kan helpen te bepalen wat er op ligt?
Zodra je me meer informatie hebt gegeven, kan ik je een betere antwoord geven over wat er op Sjoerds tafel ligt.
Enkele voorbeelden van wat er op Sjoerds tafel zou kunnen liggen:
- Thuis:
- Een kopje koffie of thee
- Een bord met eten
- De afstandsbediening
- Een boek of tijdschrift
- De post
- Op kantoor:
- Een laptop
- Een pen en papier
- Een notitieboekje
- Een telefoon
- Een agenda
- Ergens anders:
- Een tas
- Een jas
- Een pet
- Een fles water
- Een zonnebril
Ik hoop dat dit helpt!