Het raadsel van Simson in de Statenvertaling
In het Nederlands
Het verhaal van Simson, een bekende figuur uit de Bijbel, staat bekend om zijn krachtige daden en mysterieuze raadsels. Eén van de raadsels die Simson stelde aan zijn volksgenoten staat beschreven in de Statenvertaling en luidt als volgt: “Van wie ging zoetigheid uit?” Dit raadsel heeft menig lezer en onderzoeker doen puzzelen over de betekenis ervan.
In de Statenvertaling wordt dit raadsel in het Hebreeuws weergegeven als “מֵֽאֵֽכָל־יָצָ֔א מַ֖תּוֹק וּמֵעָ֣ז חֶזְקִ֑י”. De letterlijke vertaling hiervan is “uit de eter kwam zoetigheid en uit de sterke kwam kracht”. Het raadsel verwijst naar een gebeurtenis uit Simsons leven waarbij hij een leeuw doodt en later honing uit de kadaver eet.
Er zijn verschillende interpretaties van dit raadsel, maar één van de meest geaccepteerde is dat het verwijst naar de kracht die Simson bezat en de zoetigheid die voortkwam uit zijn overwinningen en daden. Simson was een man van grote kracht en door zijn daden kon hij zoetigheid brengen in het leven van zijn volk.
Het raadsel van Simson in de Statenvertaling blijft tot op de dag van vandaag een intrigerend onderwerp voor theologen en Bijbelonderzoekers. Het symboliseert de kracht en zoetigheid die voort kunnen komen uit de daden van een enkel individu en de impact die zij kunnen hebben op de wereld om hen heen.