In Nederland kom je niet in aanmerking voor smartengeld als:
1. Er geen sprake is van letsel:
- Zowel lichamelijk als geestelijk letsel komen in aanmerking.
- Pijn, angst, verdriet en andere immateriële schade die voortvloeien uit het letsel kunnen vergoed worden.
- Enkel emotionele schade zonder fysiek letsel is in principe niet genoeg.
2. De schade te gering is:
- De ernst van de letsel en de duur van de klachten bepalen de hoogte van het smartengeld.
- Bagatelschade, zoals lichte pijn of ongemak, komt doorgaans niet in aanmerking.
3. Er geen aansprakelijkheid is:
- De dader moet aansprakelijk zijn voor de schade.
- Dit kan op basis van verschillende gronden, zoals onrechtmatige daad of wanprestatie.
- Bij eigen schuld of overmacht is er geen aansprakelijkheid.
4. De vorderingstermijn is verstreken:
- De vorderingstermijn voor smartengeld is in principe 5 jaar.
- Deze termijn begint te lopen op het moment dat je kennis hebt van de schade en de dader.
5. Uitsluiting in de wet:
- In sommige specifieke gevallen, zoals bij arbeidsongevallen, is smartengeld uitgesloten.
- Er kan dan wel een andere vorm van schadevergoeding mogelijk zijn.
Enkele voorbeelden van situaties waarin u mogelijk niet in aanmerking komt voor smartengeld:
- U heeft een lichte blessure opgelopen, zoals een schaafwond of kneuzing.
- U heeft zelf schuld aan het ongeval.
- De dader is niet aansprakelijk, bijvoorbeeld vanwege overmacht.
- U heeft de vorderingstermijn overschreden.
- U heeft letsel opgelopen door een arbeidsongeval.
Let op:
- Dit is een beknopte samenvatting van de regels over smartengeld.
- Er zijn veel uitzonderingen en nuances mogelijk.
- Raadpleeg altijd een letselschadejurist voor een beoordeling van uw specifieke situatie.