Een volwassen mens heeft gemiddeld 206 botten. Dit aantal kan variëren van persoon tot persoon, afhankelijk van anatomische variaties. Sommige mensen hebben bijvoorbeeld extra wervels, een extra rib, of een overtollige botstructuur aan de schedel. Anderen hebben geamputeerde botten.
Als baby heb je meer dan 270 botten. Dit komt omdat sommige botten in het lichaam nog niet zijn samengegroeid. Zo zijn de schedelbotten nog los van elkaar, en zijn de wervels nog niet volledig gevormd. Naarmate je groeit, groeien deze botten aan elkaar en vormen ze één geheel.
De botten in het menselijk lichaam zijn belangrijk voor een aantal functies, waaronder:
- Steun: De botten bieden ondersteuning aan het lichaam en zorgen ervoor dat het in shape blijft.
- Beweging: De botten zijn verbonden aan spieren, die ervoor zorgen dat je kunt bewegen.
- Bescherming: De botten beschermen de organen in het lichaam.
- Bloedproductie: In de botten worden rode en witte bloedcellen gemaakt.
De belangrijkste botten in het menselijk lichaam zijn:
- De schedel: De schedel beschermt de hersenen.
- De wervelkolom: De wervelkolom ondersteunt het lichaam en zorgt ervoor dat je rechtop kunt staan.
- De ribbenkast: De ribbenkast beschermt de longen en het hart.
- De armen en benen: De armen en benen zorgen voor beweging.
Botten zijn een levend weefsel dat voortdurend wordt vernieuwd. Dit proces wordt ossificatie genoemd. Ossificatie begint in de baarmoeder en gaat door totdat je volwassen bent.