Na het delen van kaarten blijven er vaak nog een aantal kaarten over die niet aan spelers zijn uitgedeeld. Deze kaarten hebben een specifieke benaming in het kaartspel en worden vaak aangeduid met een bepaalde term. In het Nederlands worden deze kaarten die na het delen overblijven vaak aangeduid als de “restkaarten” of “stock”.
De restkaarten zijn de kaarten die niet aan spelers zijn uitgedeeld en die in het midden van de tafel blijven liggen. Deze kaarten kunnen verschillende doeleinden hebben, afhankelijk van het type kaartspel dat gespeeld wordt. In sommige spellen worden de restkaarten gebruikt als een “trekstapel” waar spelers tijdens het spel kaarten van kunnen trekken. In andere spellen worden de restkaarten juist gebruikt als een “aflegstapel” waar spelers hun gespeelde kaarten op kunnen leggen.
Het is belangrijk om te weten wat de specifieke regels zijn omtrent de restkaarten in het kaartspel dat gespeeld wordt. Sommige spellen vereisen bijvoorbeeld dat de restkaarten op een bepaalde manier worden gebruikt tijdens het spel, terwijl andere spellen juist geen specifieke regels hebben voor de restkaarten.
Het is ook mogelijk dat de restkaarten in sommige spellen helemaal niet worden gebruikt en dat ze slechts dienen als een manier om te controleren of alle kaarten correct zijn uitgedeeld. In dat geval worden de restkaarten vaak opzij gelegd en hebben ze verder geen invloed op het verloop van het spel.
Kortom, de restkaarten zijn een vast onderdeel van veel kaartspellen en spelen een belangrijke rol in het spelverloop. Het is daarom belangrijk om te weten wat de specifieke regels zijn omtrent de restkaarten in het kaartspel dat gespeeld wordt, zodat het spel op een correcte en eerlijke manier kan worden gespeeld.