Op 28 mei 1987, tijdens de Koude Oorlog, slaagde de 18-jarige Duitse amateurpiloot Mathias Rust erin om met een Cessna 172P sportvliegtuigje te landen op een brug in de buurt van het Rode Plein in Moskou. Deze spectaculaire daad, die de Sovjet-luchtverdediging te kijk zette, trok wereldwijde aandacht en maakte Rust een beroemdheid.
Rust beweerde dat hij met zijn vlucht een symbool van vrede en verzoening wilde creëren tussen Oost en West. Hij vloog van Helsinki, Finland, naar Moskou, zonder te worden onderschept door de Sovjet-autoriteiten. De landing op het Rode Plein, in het hart van de Sovjet-Unie, was een ongekende prestatie die de spanningen van de Koude Oorlog benadrukte.
De Sovjet-regering was woedend over de actie van Rust. Hij werd gearresteerd en berecht voor het schenden van de Sovjet-luchtverkeersregels. Hij werd veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, maar na 432 dagen in Lefortovo gevangenis te hebben gezeten, werd hij in 1988 gedeporteerd naar West-Duitsland.
De landing van Rust op het Rode Plein had een grote impact op de Sovjet-Unie. Het incident bracht de zwakheden van de Sovjet-luchtverdediging aan het licht en leidde tot de ontslag van verschillende hoge militaire functionarissen. Het werd ook gezien als een symbool van de naderende val van de Sovjet-Unie.
Rust zelf keerde terug naar een relatief normaal leven na zijn vrijlating uit de gevangenis. Hij werkte als piloot en zakenman, en bleef zich inzetten voor vrede en verzoening. In 2009 werd de Cessna waarmee hij naar Moskou vloog tentoongesteld in het Deutsches Technikmuseum Berlin.
De daad van Mathias Rust, hoewel controversieel, blijft een fascinerend moment in de geschiedenis van de Koude Oorlog. Het symboliseerde de hoop op vrede en toenadering tussen Oost en West, en toonde de kracht van het individu om de status quo te doorbreken.