Hij woog de woorden in zijn gedachten, proefde de klanken op zijn tong. Zal hij het een geheim noemen, een schat die hij verborgen houdt? Of is het meer een mysterie, iets dat ontrafeld moet worden? Misschien is het een wonder, te mooi om te bevatten. Of is het een geschenk, met dankbaarheid te ontvangen?
De woorden dwarrelden door zijn hoofd, elk met hun eigen lading. Ontdekking, avontuur, belofte, verrassing. De mogelijkheden leken eindeloos.
Hij hield zijn ogen gesloten, liet de woorden komen en gaan. En toen, opeens, wist hij het. Hij had het perfecte woord gevonden.
Het was zijn.
Zijn geheim, zijn mysterie, zijn wonder, zijn geschenk. Het was iets unieks, iets persoonlijks, iets dat alleen van hem was.
Een glimlach verscheen op zijn gezicht. Hij had het antwoord gevonden. Hij wist hoe hij het zou noemen.