In de sjiitische islam vervult de ayatollah de rol van hoogste geestelijke leider. Deze positie wordt erkend als het toppunt van religieuze autoriteit binnen deze stroming. Een raad van hooggeplaatste geestelijken, die zelf over een diepe kennis en begrip van de islamitische wet beschikken, is belast met de verkiezing van de ayatollah. Deze selectie onderstreept het belang en de invloed die de ayatollah heeft binnen de sjiitische gemeenschap.
Eenmaal gekozen, vertegenwoordigt de ayatollah niet alleen een spirituele gids maar fungeert ook als autoriteit op het gebied van religieuze interpretatie en leiderschap. De uitspraken en fatwa’s -oftewel religieuze decreten- die door de ayatollah worden uitgevaardigd, zijn bindend voor de volgelingen en wegen zwaar binnen de geloofsgemeenschap.
Een prominent voorbeeld van iemand die de titel van ayatollah heeft verworven, is Ruhollah Khomeini. In 1961 kreeg Khomeini deze benoeming en daarmee de erkenning als een van de hoogste geestelijke leiders binnen het sjiisme. Zijn invloed en autoriteit waren significant tijdens zijn leven en zijn geestelijke nalatenschap blijft voortbestaan in de geschiedenis van de sjiitische islam.
Het proces en de criteria voor het kiezen van een ayatollah blijven stevig verankerd in de tradities van de sjiitische islamitische jurisprudentie. De positie van ayatollah is daarom een cruciaal element voor de identiteit en de richting van deze religieuze stroming.