De termen ‘fielden’, ‘bowlen’ en ‘wicket’ horen bij de cricket.
Uitleg:
- Fielden: Dit is het verdedigen van het veld door de veldspelers. Ze proberen de bal te vangen of te stoppen om runs te voorkomen.
- Bowlen: Dit is het gooien van de bal door de bowler. Het doel is om de batsman uit te krijgen of runs te voorkomen.
- Wicket: Dit is het doelwit dat de batsman moet verdedigen. Het bestaat uit drie stokken (stumps) met twee dwarsbalken (bails) erop. Als de bal de wicket raakt of de bails van de stokken vallen, is de batsman uit.
Andere termen die je in cricket tegenkomt:
- Batting: Het slaan van de bal door de batsman.
- Run: Een punt dat wordt gescoord door de batsman door heen en weer te rennen tussen de wickets.
- Over: Een set van zes ballen die door de bowler worden gegooid.
- Innings: De beurt van een team om te slaan.
- Match: Een cricketwedstrijd kan bestaan uit één of twee innings per team.
Cricket is een populaire sport in veel landen, vooral in Engeland, Australië, India en Pakistan. Het is een spannende en tactische sport die veel vaardigheid en precisie vereist.