Er zijn verschillende akelige voorzetsels van 4 letters in het Nederlands. De meest gebruikte zijn:
- Naar (bijvoorbeeld: “Ik ga naar de winkel.”)
- Van (bijvoorbeeld: “Ik kom van school.”)
- In (bijvoorbeeld: “Ik woon in Amsterdam.”)
- Op (bijvoorbeeld: “Ik zit op de stoel.”)
- Aan (bijvoorbeeld: “Ik hang de jas aan de kapstok.”)
- Om (bijvoorbeeld: “Ik ga om de hoek.”)
- Bij (bijvoorbeeld: “Ik sta bij de bushalte.”)
- Met (bijvoorbeeld: “Ik ga met de bus.”)
- Voor (bijvoorbeeld: “Ik koop een cadeau voor mijn moeder.”)
- Tegen (bijvoorbeeld: “Ik leun tegen de muur.”)
Er zijn ook minder gebruikte akelige voorzetsels van 4 letters, zoals:
- Achter (bijvoorbeeld: “Ik loop achter de man.”)
- Onder (bijvoorbeeld: “De kat zit onder de tafel.”)
- Boven (bijvoorbeeld: “De vogel vliegt boven de bomen.”)
- Tussen (bijvoorbeeld: “Ik sta tussen de twee bomen.”)
- Door (bijvoorbeeld: “Ik loop door het park.”)
- Langs (bijvoorbeeld: “Ik fiets langs de rivier.”)
- Naast (bijvoorbeeld: “Ik zit naast mijn vriend.”)
- Rond (bijvoorbeeld: “Ik woon rond de kerk.”)
- Sinds (bijvoorbeeld: “Ik ben sinds gisteren ziek.”)
- Tot (bijvoorbeeld: “Ik wacht tot morgen.”)
De beste manier om te bepalen welk akelige voorzetsel je moet gebruiken, is door naar de context van de zin te kijken. Sommige akelige voorzetsels kunnen verschillende betekenissen hebben, dus het is belangrijk om de juiste te kiezen om de betekenis van de zin duidelijk te maken.
Tip: Je kunt een woordenboek of online thesaurus gebruiken om de betekenis van akelige voorzetsels te bekijken en te zien hoe ze worden gebruikt.