Vaak wordt het wachten op vliegvelden ervaren als een noodzakelijk kwaad. Vooral op kleinere luchthavens kan de tijd tergend langzaam verstrijken, mede doordat de winkelopties beperkt zijn en vaak dezelfde producten aanbieden. De sfeer is er meestal minder levendig dan op grote internationale hubs.
De eens zo bruisende luchthaven, nu een spookachtig stille plek. De vertrekhallen, waar normaal gesproken honderden mensen doorheen stromen, zijn nu leeg en verlaten. De rijen stoelen staan er verlaten bij, de roltrappen zijn stilgezet. Enkele verlaten kiosken en restaurants zijn de stille getuigen van de drukte die hier ooit was.
In de verte klinkt het echoënde geluid van een aankomende vlucht, maar zelfs dat kan de stilte niet verdrijven. Het is een onwerkelijk gevoel, alsof je in een film bent beland. De stilte is oorverdovend en je kunt je haast niet voorstellen dat hier ooit zo veel leven was.
Een enkele schoonmaker dwaalt door de hal, veegt hier en daar wat stof weg. Maar ook hij kan de spookachtige sfeer niet verdrijven. Het is alsof de tijd hier stil is komen te staan.
En dan, ineens, klinkt er een lach. Een groepje kinderen rent door de hal, hun stemmen echoën door de ruimte. Voor even is de stilte verbroken, en is er weer leven op de luchthaven. Maar dan, net zo snel als ze kwamen, zijn ze ook weer weg. En de stilte keert terug.
De luchthaven, een symbool van reizen en avontuur, is nu een monument van stilte. En het is moeilijk te zeggen wanneer de drukte hier weer zal terugkeren.