Een ouderwets rijtuig is een door paarden getrokken voertuig dat wordt gebruikt voor het vervoer van mensen. Het meest gebruikte type rijtuig was de koets, een vierwielig rijtuig met een overdekte bak. Koetsen waren er in verschillende maten en stijlen, van de eenvoudige huifkar tot de weelderige landauer.
Andere populaire soorten rijtuigen waren:
-
De barouche: een open rijtuig met vier zitplaatsen tegenover elkaar.
-
De victoria: een tweewielig rijtuig met een hoge zitting voor de bestuurder en een lage zitting voor de passagiers.
-
De phaeton: een open rijtuig met twee zitplaatsen rug aan rug.
-
De brougham: een gesloten rijtuig met vier zitplaatsen.
Rijtuigen werden gebruikt voor zowel persoonlijk als zakelijk vervoer. Ze waren een populaire manier om naar het werk te gaan, vrienden te bezoeken en sociale evenementen bij te wonen. Rijtuigen werden ook gebruikt voor bruiloften, begrafenissen en andere speciale gelegenheden.
De populariteit van rijtuigen begon af te nemen aan het einde van de 19e eeuw met de komst van de auto. Auto’s waren sneller, efficiënter en vereisten geen paarden om ze voort te trekken. Tegen het begin van de 20e eeuw waren rijtuigen grotendeels vervangen door auto’s.
Vandaag de dag worden rijtuigen nog steeds gebruikt voor speciale gelegenheden, zoals bruiloften en parades. Ze zijn ook een populaire toeristische attractie, met veel steden die rondleidingen door paardenkoetsen aanbieden.