De rooms-katholieke feestdag op 1 november is Allerheiligen. Het is een hoogfeest waarop alle heiligen van de kerk worden herdacht.
Allerheiligen werd voor het eerst gevierd in de 4e eeuw n.Chr. in het oosten. In de 8e eeuw werd het feest ingevoerd in het westen door paus Gregorius IV.
Op Allerheiligen worden eucharistievieringen opgedragen en worden heiligenbeelden vereerd. In sommige landen, zoals België en Frankrijk, is Allerheiligen een nationale feestdag.
Hier zijn enkele van de tradities die verband houden met Allerheiligen:
- Bezoek aan kerkhoven: Mensen bezoeken de graven van hun dierbaren en bidden voor hun zielen.
- Het aansteken van kaarsen: Kaarsen worden aangestoken ter ere van de heiligen en om te bidden voor de overledenen.
- Het dragen van heiligenbeelden: Mensen dragen soms heiligenbeelden mee in processies of tijdens gebeden.
- Het eten van speciale gerechten: In sommige landen worden er speciale gerechten gegeten op Allerheiligen, zoals Allerheiligenbrood of Allerheiligencake.
Allerheiligen is een tijd om na te denken over het leven van de heiligen en om te bidden voor de overledenen. Het is ook een tijd om te vieren de overwinning van de heiligen over de dood.