De handelsalliantie waar veel Nederlandse havensteden vroeger lid van waren, stond bekend als de Hanze. Deze samenwerking van steden en handelaren ontstond in de late middeleeuwen en had als doel om de handel te bevorderen en bescherming te bieden aan haar leden.
De Hanze was een machtige organisatie die voornamelijk actief was in Noord-Europa, met steden als Hamburg, Lübeck en Rostock als belangrijke leden. Ook Nederlandse steden zoals Groningen, Deventer, Zwolle en Kampen maakten deel uit van deze handelsalliantie.
De Hanze was niet alleen een economische samenwerking, maar ook een politieke en militaire bondgenootschap. De leden van de Hanze kwamen regelmatig bijeen in zogenaamde Hanze-dagen, waar belangrijke beslissingen werden genomen en geschillen werden beslecht.
De handelsalliantie had een grote invloed op de handel in Noord-Europa en zorgde ervoor dat de aangesloten steden konden profiteren van elkaars netwerken en bescherming. De Hanze had een eigen rechtssysteem en tolprivileges, wat de handel tussen de leden vergemakkelijkte en de welvaart van de steden bevorderde.
De Hanze bleef actief tot in de 17e eeuw, toen de opkomst van de nationale staten en de veranderende handelsroutes de macht van de handelsalliantie deed afnemen. Desondanks wordt de Hanze nog steeds gezien als een belangrijke periode in de geschiedenis van de handel in Noord-Europa.
Veel Nederlandse havensteden hebben nog steeds sporen van de Hanze in hun straten en gebouwen. Zo herinneren de pakhuizen en handelshuizen in steden als Deventer en Zwolle nog aan de gloriedagen van de handelsalliantie.
Al met al heeft de Hanze een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de handel en de welvaart van Nederlandse havensteden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de erfenis van de Hanze nog steeds zichtbaar is in het historische en economische landschap van Nederland.