Het Diertje van die Bijzondere Aardige Man is een kevertje
In een klein dorpje ver weg van de grote stad woonde een bijzonder aardige man. Hij stond altijd klaar om zijn buren te helpen en stond bekend om zijn vriendelijkheid en gastvrijheid. Op een dag kreeg hij een klein diertje cadeau van een oude vriend die hij jaren geleden had ontmoet. Het diertje was klein en glinsterde in het zonlicht.
Het diertje bleek een kevertje te zijn, met prachtige groene en blauwe kleuren op zijn schild. De bijzonder aardige man was meteen dol op het diertje en noemde hem zijn nieuwe vriend. Hij bouwde een klein huisje voor het kevertje en zorgde er goed voor. Hij gaf hem elke dag vers fruit en wat suikerwater, en praatte tegen hem alsof hij een mens was.
De buren van de bijzonder aardige man vonden het maar vreemd dat hij zo gehecht was aan een kevertje. Maar de man trok zich daar niets van aan en genoot van de gezelschap van zijn nieuwe vriend. Het kevertje leek op zijn beurt ook heel blij te zijn met zijn nieuwe huis en genoot van de aandacht die hij kreeg van de bijzonder aardige man.
Op een dag besloot de bijzonder aardige man om met het kevertje naar de grote stad te gaan. Hij wilde zijn vriend laten kennismaken met de drukke straten en de hoge gebouwen. Het kevertje keek zijn ogen uit en leek te genieten van alle nieuwe indrukken die hij opdeed.
Toen ze weer terugkwamen in het dorp, vertelde de bijzonder aardige man aan iedereen over zijn avontuur met het kevertje. De buren begonnen langzaam te begrijpen waarom de man zo gehecht was aan het diertje. Het kevertje was misschien klein en onopvallend, maar voor de bijzonder aardige man was hij een speciale vriend die hem veel vreugde bracht.
En zo leefden de bijzonder aardige man en zijn kevertje nog lang en gelukkig in het kleine dorpje, waar ze samen genoten van de eenvoudige dingen in het leven en van elkaars gezelschap. Het diertje van die bijzondere aardige man was misschien maar een kevertje, maar voor hen was hij een waardevolle metgezel die hun leven verrijkte.