Justus van Effen was een invloedrijke schrijver en oprichter van het tijdschrift ‘Hollandsche Spectator’. Hij werd geboren in 1684 in Utrecht en studeerde rechten aan de Universiteit Leiden. Na zijn studie werkte hij als advocaat en later als secretaris van de Franse ambassadeur in Den Haag.
In 1731 richtte van Effen het tijdschrift ‘Hollandsche Spectator’ op, dat een van de eerste tijdschriften in Nederland was. Het tijdschrift was bedoeld als een satirische en kritische blik op de maatschappij en het leven in Nederland. Van Effen schreef zelf de meeste artikelen voor het tijdschrift en gebruikte zijn scherpe pen om politieke en sociale kwesties aan de kaak te stellen.
Het tijdschrift werd al snel populair en had een grote invloed op de Nederlandse literatuur en journalistiek. Van Effen’s schrijfstijl was humoristisch en ironisch, en zijn kritiek was vaak scherp en onverbloemd. Hij werd bewonderd om zijn scherpe observaties en zijn vermogen om complexe onderwerpen op een toegankelijke manier te bespreken.
Naast zijn werk als schrijver en journalist, was van Effen ook actief als vertaler en toneelschrijver. Hij vertaalde verschillende Franse werken naar het Nederlands en schreef een aantal succesvolle toneelstukken.
Justus van Effen overleed in 1735 op slechts 51-jarige leeftijd, maar zijn invloed op de Nederlandse literatuur en journalistiek leeft voort. Zijn tijdschrift ‘Hollandsche Spectator’ wordt nog steeds beschouwd als een belangrijk werk in de Nederlandse literaire geschiedenis en zijn scherpe pen en kritische blik zijn nog steeds relevant in de moderne samenleving. Van Effen wordt dan ook gezien als een van de belangrijkste schrijvers en denkers uit de 18e eeuw in Nederland.